Ghana
dinsdag 19 december 2017
dinsdag 5 december 2017
zaterdag 25 november 2017
Route
Programma:
- rit van Accra (hoofdstad Ghana) naar Kumasi (hoofdstad Ashanti koninkrijk)
- bezoek Bosomtwe meer
- bezoek Kumasi
- Manhyia paleis en museum
- Prempeh II museum
- Kumasi National Cultural Centre
- Okomfo Anokye zwaard
- bezoek dorpje met Kente-weverijen
- rit naar Tamale
- bezoek Shea Butter fabriekje
- bezoek waterzuiveringsfabriekje
- bezoek Tamale
- markt
- rit naar Fulani nomaden
- rit naar Mole National Park
- rustdag aan zwembad
- Mole Park
- 's morgens wandel safari
- 's middag jeep safari
- Rit naar Boabang Fiema Monkey Sanctuary
- wandeling bos en dorp met apen
- Rit naar Axim
- relaxen aan strand en zwembad
- Uitstap naar Nzulezu paaldorp
- Rit naar Cape Coast
- stop in Busua met strandwandeling naar vissers
- stop in Elmina met bezoek kasteel/slavenfort en vissershaven
- Uitstap naar Kakum National Park
- canopee walk + hiking in tropisch regenwoud
- krokodillenvijver
- Cape Coast
- bezoek kasteel/slavenfort/museum
- wandeling door stad
- Rit naar Accra
- Accra
- Bezoek + wandeling door Jamestown
- Bezoek Kwame Nkrumah memorial park
- Bezoek markt
Afscheid (24/11)
We rijden nog maar eens naar het centrum van Accra, om de markt te bezoeken. Opnieuw duurt de rit 2 uren heen en, rond de middag, 2 uren terug.
De markt lijkt niet zo groot als die van Kumasi en is minder gezellig. De straten staan vol kraampjes, velen stallen de weinige waren die ze aanbieden gewoon uit op de grond, voor de geparkeerde auto's. Er rijden hier inderdaad nog auto's over de markt - ze staan wel eerder stil dan dat ze rijden.
In een bepaalde wijk zijn al de textielhandelaars geconcentreerd. Alle kleding die in Europa en Amerika wordt verzameld komt hier in grote balen aan, gekocht van diegene die het dichtst bij de bron staat: de ontvanger van de container.
Alles wordt hier gesorteerd en verder verdeeld: velen zitten aan allemaal verschillende naaimachines ver- en herstellingen uit te voeren, anderen zijn met kleurstoffen jeans- en andere broeken aan het bewerken. Sommige kleding wordt er gewoon tussenuit gehaald en gestreken (de strijkijzers zijn nog van metaal en worden in een houtskoolvuur opgewarmd) en in de witte-mannen-winkels verkocht. Het is kleding waar je de doorsnee Afrikaan niet snel in ziet rondlopen, zoals allerlei geruite en effen hemden.
Wat verder, terug in de openlucht, liggen bergen schoenen uitgespreid over de straat. Het lijkt eerder een stort maar dit wordt wel degelijk verkocht. Het illustreert wel pijnlijk hoe de arme landen door de rest van de wereld als goedkope afvalverwerkers worden beschouwd.
Op de terugweg rijden we voorbij het militaire hospitaal en zien we - zoals de virologe, die we enkele dagen terug zagen, al had verteld - een massa vleermuizen hangen in de bomen langs de kant van de weg. Af en toe vliegt er een groep weg van een boom - honderden - en zo staan er wel honderd bomen, allemaal afgeladen vol met grote vleermuizen. Soms moet het vliegverkeer op de vlakbij gelegen luchthaven worden onderbroken, wanneer ze bij valavond in een grote wolk vertrekken.
Edna wou ons nog een locale maaltijd bereiden - jollof rijst: rijst die geel kleurt door de kruiden waarmee hij vermengd is - en daar wachten we nog even op. Ondertussen spelen we wat oware.
Na de lekkere maaltijd rijden we nog even naar de kust, deze keer wat verder van Accra weg. Hier staan, vlakbij het rotsige strand, een vijftigtal lokale barretjes naast mekaar. Vooral 's avonds en in het weekend wordt hier gefeest. Op deze moment is het nog rustig, misschien maar gelukkig want ze kennen hier maar twee standen op de volumeknop: uit of vollen bak aan. Dat de muziek helemaal ontregeld uit de manshoge luidsprekers komt, deert hen niet. Zelfs op begrafenissen of huwelijken gaat het er zo luid aan toe.
Met zicht op de containerschepen, die liggen aan te schuiven voor de grote haven van Tema, drinken we een fles bier en gaan dan terug om nog een laatste keer te douchen en alles in te pakken. Als afscheid rijden we al richting luchthaven, naar een Italiaans restaurant. We trakteren Arnaud, Edna en Imma op een pizza en worden dan aan de luchthaven afgezet.
Het was een prachtige, indrukwekkende en drukke ronde door Ghana en kunnen het land en de begeleiding van Imma ten zeerste aanbevelen.
Tot slot geef ik nog de gegevens van het reisbureau, dat ze met zijn drieën proberen uit te bouwen:
De markt lijkt niet zo groot als die van Kumasi en is minder gezellig. De straten staan vol kraampjes, velen stallen de weinige waren die ze aanbieden gewoon uit op de grond, voor de geparkeerde auto's. Er rijden hier inderdaad nog auto's over de markt - ze staan wel eerder stil dan dat ze rijden.
In een bepaalde wijk zijn al de textielhandelaars geconcentreerd. Alle kleding die in Europa en Amerika wordt verzameld komt hier in grote balen aan, gekocht van diegene die het dichtst bij de bron staat: de ontvanger van de container.
Alles wordt hier gesorteerd en verder verdeeld: velen zitten aan allemaal verschillende naaimachines ver- en herstellingen uit te voeren, anderen zijn met kleurstoffen jeans- en andere broeken aan het bewerken. Sommige kleding wordt er gewoon tussenuit gehaald en gestreken (de strijkijzers zijn nog van metaal en worden in een houtskoolvuur opgewarmd) en in de witte-mannen-winkels verkocht. Het is kleding waar je de doorsnee Afrikaan niet snel in ziet rondlopen, zoals allerlei geruite en effen hemden.
Wat verder, terug in de openlucht, liggen bergen schoenen uitgespreid over de straat. Het lijkt eerder een stort maar dit wordt wel degelijk verkocht. Het illustreert wel pijnlijk hoe de arme landen door de rest van de wereld als goedkope afvalverwerkers worden beschouwd.
Op de terugweg rijden we voorbij het militaire hospitaal en zien we - zoals de virologe, die we enkele dagen terug zagen, al had verteld - een massa vleermuizen hangen in de bomen langs de kant van de weg. Af en toe vliegt er een groep weg van een boom - honderden - en zo staan er wel honderd bomen, allemaal afgeladen vol met grote vleermuizen. Soms moet het vliegverkeer op de vlakbij gelegen luchthaven worden onderbroken, wanneer ze bij valavond in een grote wolk vertrekken.
Edna wou ons nog een locale maaltijd bereiden - jollof rijst: rijst die geel kleurt door de kruiden waarmee hij vermengd is - en daar wachten we nog even op. Ondertussen spelen we wat oware.
Na de lekkere maaltijd rijden we nog even naar de kust, deze keer wat verder van Accra weg. Hier staan, vlakbij het rotsige strand, een vijftigtal lokale barretjes naast mekaar. Vooral 's avonds en in het weekend wordt hier gefeest. Op deze moment is het nog rustig, misschien maar gelukkig want ze kennen hier maar twee standen op de volumeknop: uit of vollen bak aan. Dat de muziek helemaal ontregeld uit de manshoge luidsprekers komt, deert hen niet. Zelfs op begrafenissen of huwelijken gaat het er zo luid aan toe.
Met zicht op de containerschepen, die liggen aan te schuiven voor de grote haven van Tema, drinken we een fles bier en gaan dan terug om nog een laatste keer te douchen en alles in te pakken. Als afscheid rijden we al richting luchthaven, naar een Italiaans restaurant. We trakteren Arnaud, Edna en Imma op een pizza en worden dan aan de luchthaven afgezet.
Het was een prachtige, indrukwekkende en drukke ronde door Ghana en kunnen het land en de begeleiding van Imma ten zeerste aanbevelen.
Tot slot geef ik nog de gegevens van het reisbureau, dat ze met zijn drieën proberen uit te bouwen:
+233(0)200459518
WhatsApp +233(0)200459518
Email: emma.y.essel@gmail.com
Krotten (23/11)
We vertrekken nogal laat in de voormiddag, om de files te vermijden, naar Accra en rijden naar Jamestown. Vernoemd naar king James II, the Duke of York, die ook al verantwoordelijk was voor de naam van NY. Jamestown is een deel van Accra, gelegen aan de kust en de oude haven en is een vissersdorp in de stad, maar eigenlijk is het een krottenwijk. Aan een rood-witte vuurtoren parkeren we en beginnen een wandeling door de wijk onder begeleiding van een lokale gids: rastaman.
Vlak achter de vuurtoren ligt een sociaal project waar de opbrengst van de rondleiding naartoe gaat. Er is een school gebouwd - een viertal ruime klaslokalen - en we worden begroet en omhelsd door een grote groep kinderen, de meesten in uniform.
Tussen de vuurtoren en de zee is het strand gebettonneerd en staan honderden piepkleine barakken - kartonnen muren, plastieken daken - waar hele families in wonen. Ertussen staan grote vierkante rookovens, waar in meerdere lagen op elkaar vissen gerookt worden.
De bewoners en vissers leven hier in benarde omstandigheden. We zien potten pruttelen op houtvuurtjes, met daarin veel olie en wat vissen of alleen maar graten. Sommigen zitten tegen hun barak een prettige sigaret te roken, hetgeen ze afkeurende kommentaar van Imma oplevert. Anderen zijn hun netten aan het herstellen. Er is vers water te krijgen, er is sanitair en douches, maar daarvoor moet betaald worden. Dit was de oorspronkelijke haven van Accra maar toen deze verhuisde naar Tema, 20 km verderop, werd alles afgebroken met de belofte van de regering om te vernieuwen. Alleen de afbraak is doorgegaan.
Vlak achter de vuurtoren ligt een sociaal project waar de opbrengst van de rondleiding naartoe gaat. Er is een school gebouwd - een viertal ruime klaslokalen - en we worden begroet en omhelsd door een grote groep kinderen, de meesten in uniform.
Tussen de vuurtoren en de zee is het strand gebettonneerd en staan honderden piepkleine barakken - kartonnen muren, plastieken daken - waar hele families in wonen. Ertussen staan grote vierkante rookovens, waar in meerdere lagen op elkaar vissen gerookt worden.
De bewoners en vissers leven hier in benarde omstandigheden. We zien potten pruttelen op houtvuurtjes, met daarin veel olie en wat vissen of alleen maar graten. Sommigen zitten tegen hun barak een prettige sigaret te roken, hetgeen ze afkeurende kommentaar van Imma oplevert. Anderen zijn hun netten aan het herstellen. Er is vers water te krijgen, er is sanitair en douches, maar daarvoor moet betaald worden. Dit was de oorspronkelijke haven van Accra maar toen deze verhuisde naar Tema, 20 km verderop, werd alles afgebroken met de belofte van de regering om te vernieuwen. Alleen de afbraak is doorgegaan.
We lopen terug via enkele trappen naar het vasteland en komen in een wirwar van kleine smalle steegjes terecht, waar de huizen al van steen zijn. Maar er wonen nog steeds veel te veel mensen in veel te kleine kamers om gezond te zijn. Jamestown staat wel bekend voor de goede boksers die hun weg uit de miserie hebben kunnen vechten. Er zijn verschillende boksscholen die al kampioenen hebben voortgebracht.
Op het einde van de tour wordt een bijdrage voor de school gevraagd en een tip voor de gids.
We rijden naar het Kwame Nkrumah memorial park, waar een klein museum en het mausoleum van deze eerste president van Ghana liggen. Hij was degene die in 1957 de onafhankelijkheid van Ghana heeft uitgeroepen en aan de foto's te zien heeft hij al de grote leiders van die tijd ontmoet, gaande van Kennedy tot Mao tot Fidel tot Lumumba en alle andere afrikaanse staatshoofden. Zijn grote streefdoel was een eengemaakt Afrika maar op het einde werd de macht hem te veel en kreeg hij dictatoriale trekjes waarna hij via een coup werd afgezet. Veel van de door hem gebouwde infrastructuur en wegen worden nog steeds gebruikt, maar helaas niet meer onderhouden. De corruptie van de latere politici heeft veel geld doen verdwijnen. Politricks ipv politics. In en rond het museum en mausoleum zien we de ene na de andere groep scholieren verschijnen, op schooluitstap naar dit monument.
We rijden ook nog naar een grote ambachtelijke markt: stoffen, beeldjes, kettingen, trommels. Veel te veel aanbod en veel te weinig kopers, zodat iedereen op ons af vliegt. We laten het afbieden over aan Imma en die is onverbiddelijk: van een vraagprijs van 120 schiet uiteindelijk 50 over.
De terugweg naar het huis van Arnaud duurt bijna 2 uren, voor een 25 tal km. Accra kreunt onder de filedruk.
Terwijl Edna eten klaarmaakt gaan we in een lokale bar, 10 minuten wandelen, een biertje drinken. Arnaud bestelt aan een kraampje wat kip want hij lust de gebakken bananen niet die op ons menu staan. Ze zijn nochtans heel lekker, net als de red-red met gerookte zalm. Na een frisse douche kruipen we weer lekker moe in ons bed.
Verjaardagsfeest (22/11)
Er is er eentje jarig! Hoera! Hoera!
Onder een grijze hemel met een gestaag vallende regen rijden we in de ijzige kou richting hoofdstad. Na een half uur stopt het met regenen en kan de airco af. De open ramen laten een frisse 27° warme lucht binnen en tien minuten later, wanneer de zon doorbreekt, sta ik weer in het zweet.
Er is niet zo veel te zien onderweg. Op een heuvel ligt fort Amsterdam. Ooit heette het fort York maar omdat de Engelsen aan de overkant van de oceaan New Amsterdam hadden veroverd en hernoemd naar New York, deden de Nederlanders aan deze kant hetzelfde.
Het verkeer en de drukte nemen toe naarmate we Accra naderen. Onderweg stoppen we nog even voor een lekkere kokosnoot. Tegen de middag komen we aan bij Arnaud en Edna, waar we een lekker sapje en sandwich krijgen. We besluiten om mijn verjaardag te gaan vieren in een van de chiquere hotels/restaurants van de stad. Er is een zwembad, er is een strand, maar dit alles komt met een prijs. Het bier is duur, zelfs naar Europese normen. Onze gewoonlijke fles lokaal bier, 625cl Club beer, kost hier tot 5x zoveel als normaal: 5€.
Het eten is wel heel lekker, seafood platter - kreeftenstaart, grote garnalen, vis, calamares - en de witte wijn past er goed bij. Als dessert zie en hoor ik een zingend stel kelners met een reusachtige taart mijn richting op komen. Arnaud en Edna hebben voor deze fijne verrassing gezorgd. Imma kon er spijtig genoeg niet geraken vanavond, hij zat vast in het verkeer.
De rit naar huis, met de taxi, in het donker, is beangstigend. De weg is enkel verlicht door de lichten van de tegenliggers die in de versleten ruit van de taxi vreemde weerspiegelingen geven. Af en toe springen donkere schimmen de weg op, om zo snel ze kunnen naar de overkant te sprinten. Fietsers, onverlicht, duiken pas op wanneer we er vlakbij zijn. Het lijkt een achtervolgingsscène in een film waar alles zo getimed is dat ongelukken op het laatste nippertje vermeden worden maar hier is niets geregisseerd. We halen het zonder kleerscheuren.
woensdag 22 november 2017
Kasteel (21/11)
Het grootste en bekendste kasteel/fort staat in Cape Coast en we zijn er al vroeg. De rondleiding is beklemmend. We dalen af in de ondergrondse kerkers waar de mannelijke slaven werden opgesloten in afwachting van het volgende schip dat de oceaan oversteekt. Sommigen hadden geluk en konden, indien ze de dagenlange voettocht naar de kust hadden overleefd, direct inschepen. Anderen moesten soms wekenlang in de donkere kelders wachten, liggend in uitwerpselen en bloed, met maar enkele straaltjes daglicht uit de kleine raampjes hoog tegen het plafond. De meest meegaanden kregen karweitjes in de openlucht te doen, de meest dwarsen werden vastgeketend en sommige belandden in de dodencel waar ze zonder eten en drinken niet meer levend uitkwamen.
Aan de andere kant van het fort lagen de vrouwenvertrekken, iets kleiner, maar ze waren ook met minder. De mooiste exemplaren kregen de eer om door de officieren te worden verkracht, nadat ze eerst proper gewassen waren. Degenen die zwanger werden, kregen een huisje buiten het fort waar ze hun kind, met een Europese achternaam, konden opvoeden. Het is de reden dat veel Ghanezen vandaag nog altijd Engelse of Nederlandse achternamen hebben. De voornaam werd ook gemakkelijker uitspreekbaar gemaakt. Onze gids in het fort heet bijvoorbeeld Robert Morgan.
Aan de andere kant van het fort lagen de vrouwenvertrekken, iets kleiner, maar ze waren ook met minder. De mooiste exemplaren kregen de eer om door de officieren te worden verkracht, nadat ze eerst proper gewassen waren. Degenen die zwanger werden, kregen een huisje buiten het fort waar ze hun kind, met een Europese achternaam, konden opvoeden. Het is de reden dat veel Ghanezen vandaag nog altijd Engelse of Nederlandse achternamen hebben. De voornaam werd ook gemakkelijker uitspreekbaar gemaakt. Onze gids in het fort heet bijvoorbeeld Robert Morgan.
Een opvallende anekdote lees ik in het kleine museumpje. Onder het fort ligt een groot waterreservoir waar regen van de daken in werd verzameld. Dit water werd gebruikt voor de slaven. De soldaten daarentegen haalden hun drinkwater uit enkele, buiten het fort gelegen, vijvertjes en dat was dan ook de reden dat er zovelen van hen bezweken aan allerlei ziektes.
De 'door of no return’ wordt opengedaan en plots staan we op helling die naar het strand leidt, tussen vissers die hun netten aan het herstellen zijn. De kade en strand liggen vol kleine langwerpige vissersboten, ongeveer hetzelfde model als wat indertijd gebruikt werd om de slaven naar de 1km verder voor anker liggende fregatten te vervoeren. Eens door deze deur zouden ze Afrika nooit meer terugzien.
Enkele jaren geleden hebben ze het stoffelijke overschot van 2 slaven terug naar Ghana verscheept en via deze deur, in het bijzijn van nazaten, naar binnen gedragen. Sindsdien hangt er aan de buitenkant van de poort een nieuw bordje: 'door of return’.
Slavenhandel. Het bestond al veel eerder maar was steeds een gevolg van oorlogen of stammentwisten. De overwonnene werd slaaf. Toen er na de ontdekking van Amerika plots veel werkkrachten nodig waren en de indianen niet te temmen bleken, begon men oorlog te voeren omwille van de slaven. Volledige dorpen werden leeggeroofd door rondtrekkende bendes. De wapens die ze daarvoor gebruikten kwamen uit Europa, waar deze gekocht werden met de opbrengst van katoen en andere waren uit Amerika, die dan weer op hun beurt geoogst werden door de slaven die gekocht werden met de opbrengst van de wapenverkoop. En zo is de cirkel (driehoek) rond (driehoekig, inderdaad).
We lopen nog wat door Cape Coast, maar dat is niet zo groot, dus we zitten al snel terug in de koele airco van onze hotelkamer om wat uit te blazen.
Dichtbij het kasteel is een restaurant, vlak aan het strand, waar we de verdere namiddag doorbrengen. Na schooltijd komt er groepje kinderen aangesloft en al snel krijgen ze van een volwassene rode shirtjes aangereikt en beginnen ze wat te lopen over het zand. Er zijn meer kinderen dan shirtjes, maar iedereen doet mee. Na de opwarming gaan de oudsten (10, 12 jaar) in een kring staan en doen ze wat stretch-oefeningen. Dan begint er een voetbalmatch, 6 tegen 6, aan enkele kant nog een man om de doelpalen vast te houden die door de golven dreigen te worden weggespoeld. Het terras van het restaurant is een zijlijn, de branding de andere. Wanneer na afloop de trainer wat geld toegestopt krijgt van Veerle, wordt ze volledig omsingeld voor de foto. Hij komt nog even bij ons zitten, wil facebookvrienden worden en vertelt dat hij dit vrijwillig doet om de kinderen van de straat te houden.
Na de maaltijd blijkt dat we niet genoeg geld bij hebben om alles te betalen. We komen net het bedrag te kort dat we aan de trainer hebben gegeven. Maar het is geen probleem, we mogen het morgen komen brengen.
Abonneren op:
Posts (Atom)